Het College voor de Toelating van Bestrijdingmiddelen en Biociden (CTGB) is sinds 2006 bevoegd om ook de wettelijke MTR (maximaal toelaatbaar risiconiveau) vast te stellen voor de waterkwaliteitsnorm voor het oppervlaktewater voor het ministerie van VROM. In 2008 werd na een aanvraag van producent Bayer Crop Sciences de wettelijke MTR voor imidacloprid vastgesteld op 67 nanogram per liter, die een factor 5 hoger ligt dan de tot dan toe geldige ad hoc MTR van 13 nanogram per liter. Daardoor zullen vanaf 2008 minder normoverschrijdingen van imidacloprid in het oppervlaktewater worden vastgesteld. De zogenaamde Serious Risk Concentration (SRC) van imidacloprid in water (de concentratie waarbij ernstige ecotoxicologische effecten kunnen worden verwacht) werd vastgelegd op 752 microgram per liter. In een reactie beschrijft toxicoloog Henk Tennekes (www.toxicology.nl) hoe het CTGB met deze wettelijke MTR het risico voor bijen schromelijk heeft onderschat. Imidacloprid concentraties in het oppervlaktewater die 9x of meer boven de wettelijke MTR liggen (zoals in de gehele Randstad zeer regelmatig het geval is) veroorzaken in laboratorium studies sterfte van water insecten. Dit blijkt uit onderzoek van het Canadese National Water Research Institute dat in 2008 werd gepubliceerd. De SRC houdt helemaal geen rekening met de extreme giftigheid van imidacloprid voor waterinsecten en ligt een factor 1000 te hoog.
Het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) is sinds 2006 bevoegd om ook de wettelijke MTR (maximaal toelaatbaar risiconiveau) vast te stellen voor de waterkwaliteitsnorm voor het oppervlaktewater voor het ministerie van VROM. In 2006 is een eerste aanvraag ingediend door Bayer CropSciences bij het CTGB om de wettelijke MTR vast te stellen voor imidacloprid. In 2008 werd de wettelijke MTR voor imidacloprid vastgesteld op 67 nanogram per liter, die een factor 5 hoger ligt dan de tot dan toe geldige ad hoc MTR van 13 nanogram per liter. De zogenaamde Serious Risk Concentration (SRC) van imidacloprid in water (de concentratie waarbij ernstige ecotoxicologische effecten kunnen worden verwacht) werd vastgelegd op 752 microgram per liter, gebaseerd op de gemiddelde NOEC (no-observed-effect-concentration) voor algen, watervlooien (Daphnia) en vissen.
Bronnen:
Aanvraag Bayer CropSciences van 2006:
http://www.schonebronnen.nl/page/resultaten/algemeen
Vaststelling Wettelijke MTR en SRC door RIVM in opdracht van CTGB van 2008:
http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/601716018.pdf
Kommentare
Schromelijke onderschatting van gevaar voor insecten
Het CTGB heeft bij de vaststelling van de wettelijke MTR het risico voor water insecten (waaronder bijen, die op oppervlaktewater fourageren) schromelijk onderschat. De MTR werd (met een veiligheidsfactor 10) gebaseerd op een NOAEC (no-observed-adverse-effect-concentration) van 670 nanogram per liter in een uit 1991 daterende 10-dagen test met watermuggen.
Een nieuwere in 2008 gepubliceerde studie van het Canadese National Water Research Institute beschrijft echter dat bij blootstelling van watermuggen aan imidacloprid over een periode van 28 dagen de gemiddelde letale concentratie (LC50) en de concentratie die 25% sterfte veroorzaakt (LC25) werd vastgesteld op respectievelijk 910 en 590 nanogram per liter.
De wettelijke MTR van 67 nanogram per liter ligt dus minder dan een factor 10 lager dan de concentratie die sterfte van water insecten veroorzaakt. De wettelijke MTR wordt in de Randstad in extreme mate overschreden en het is vrijwel zeker dat deze normoverschrijdingen bijensterfte veroorzaken. De SRC houdt helemaal geen rekening met de extreme giftigheid van imidacloprid voor waterinsecten.
De Canadese studie levert tevens sterke aanwijzingen dat de giftigheid van imidacloprid voor insecten kan worden beschreven door de regel van Haber (het toxisch effect hangt af van het produkt van de concentratie van de stof en de blootstellingsduur). Deze waarneming is in overeeenstemming met de irreversibele (onomkeerbare) binding die imidacloprid aangaat met post-synaptische nicotinerge acetylcholine receptoren van insecten (waarop de insecticide werking berust). Chronische blootstelling van insecten aan relatief lage imidacloprid concentraties kan dus een steeds verdergaande blokkade van post-synaptische nicotinerge acetylcholine receptoren tot gevolg hebben met een uiteindelijk dodelijke werking.
De gevolgen zijn dan ook zichtbaar. Dagvlinders en weidevogels nemen in aantal af, en het aantal soorten broedvogels en dagvlinders dat als bedreigd en kwetsbaar op de Rode Lijst staat, is de afgelopen tien jaar toegenomen. Een causaal verband tussen de dramatische neergang van weidevogels en insectenschaarste door milieuverontreiniging met imidacloprid kan niet worden uitgesloten. Graspieper, Veldleeuwerik en Gele Kwikstaart vertonen sinds 2000 in de laagveengebieden van West-Nederland een dramatische jaarlijkse afname van resp. 32%, 23% en 22%. Als die ontwikkeling zich doorzet zal het overgrote deel van deze vogels binnen enkele jaren uit de laagveengebieden van West-Nederland verdwenen zijn.
De publicatie waarop het RIVM in opdracht van het CTGB de wettelijke MTR heeft gebaseerd:
http://www.fs.fed.us/foresthealth/pesticide/pdfs/122805_Imidacloprid.pdf
Vaststelling LC50 in 28-dagen test met watermuggen:
Stoughton SJ et al. Arch Environ Contam Toxicol (2008) 54:662-673
http://www.springerlink.com/content/74200p4j37374734/fulltext.pdf
Verdere informatie over de extreme normoverschrijdingen van imidacloprid in de Randstad:
http://www.bijensterfte.nl/nl/node/74
In de Benelux worden naast bijen ook andere insectensoorten (vlinders en libellen) met uitsterven bedreigd:
http://www.bijensterfte.nl/nl/node/119
Buglife rapport over de toxicologie van neonicotionoide insecticiden:
http://www.buglife.org.uk/Resources/Buglife/Neonicotinoid%20insecticides...
Verdere informatie over de giftigheid van imidacloprid voor insecten:
http://bijensterfte.nl/nl/node/102