Antwoord Minister op Kamervragen over bijensterfte

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Kamervragen over bijensterfte

24 september 2009 - kamerstuk

Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen waarin de minister meldt dat er geen reden voor paniek is over de bijensterfte. Het bijenbestand is groot genoeg om te voldoen aan bestuivingswensen van telers.

Geachte Voorzitter,

Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over bijensterfte (nr. 2009Z13985).

1
Kent u de berichten "EU-ministers bezorgd over bijensterfte" 1)? en 'Vrijstelling voor gebruik Karate Zeon in teelt Chinese kool 2)'? Ja.

2
Deelt u de mening dat de massale bijensterfte een groot probleem is voor de voedselproductie en de biodiversiteit?
Nee. Er is weliswaar zorg over de afname van het honingbijenbestand, maar naar mijn mening is er geen reden voor paniek. Het bijenbestand is nog steeds voldoende groot om te voldoen aan bestuivingswensen van telers. Voor de biodiversiteit zijn alle bestuivers van belang en niet alleen de honingbij.

3 en 4
Waarom heeft u het voorstel van Slovenië op technische gronden ('bijen zijn gedomesticeerd') afgewezen en niet deze kans benut om de bijensterfte daadwerkelijk aan te pakken?
Deelt u de mening dat het feit dat wilde bijen bijna uitgestorven zijn juist een goede reden is om bijen aan te merken als een beschermde diersoort en ze zo te beschermen?

De internationale en Europese regelgeving op het gebied van soortenbescherming reguleert het handelen met wilde dieren. De honingbij is nu juist een gedomesticeerde soort als gevolg waarvan deze regelgeving niet van toepassing is en derhalve geen mogelijkheden biedt.

5
Deelt u de mening dat de problemen die bijensterfte kunnen en zullen veroorzaken ernstiger zijn dan een verzwaring van de administratieve lasten voor imkers en tuinders? Zo ja, waarom noemt u dit als argument om tegen het Sloveense voorstel te stemmen? Zo nee, waarom niet en hoe rechtvaardigt u dat? Zie mijn antwoord bij vraag 2, 3 en 4.

6
Deelt u de mening dat tijd voor extra onderzoek naar de bijensterfte ontbreekt, dat de problemen en oplossingen grotendeels bekend zijn en dat er nu maatregelen genomen moeten worden om bijensterfte tegen te gaan omdat het anders wel eens te laat kan zijn? Zo ja, waarom pleit u dan alleen voor meer onderzoek, zonder dat u voorzorgsmaatregelen neemt? Zo nee, waarom niet? Nee, zie mijn antwoord bij vraag 2.

7
Aangezien u stelt te willen kijken naar 'andere manieren om de bijensterfte tegen te gaan', welke maatregelen gaat u concreet nemen en op welke termijn? Zie mijn brief aan uw Kamer van 29 mei 2009 (TK, 31700 XIV, nr. 154). 8
Is het waar dat u nu, in tegenstelling tot de antwoorden op mijn eerdere vragen over dit onderwerp 3), toegeeft dat bijensterfte 'vooral veroorzaakt wordt door het gebruik van pesticiden'? Zo ja, hoe gaat u dit probleem oplossen? Zo nee, waarom niet?
Nee. Deze opmerking, die staat vermeld op de website van Europa-nu, is niet door mij gemaakt. De opmerking is een toevoeging van een ANP-journalist.

9
Waarom heeft u vrijstelling verleend voor Karate Zeon, een pesticide waarvan Milieu Centraal, een door de Rijksoverheid ingesteld en gefinancierd instituut voor milieu-informatie, aangeeft dat het zeer giftig is voor insecten en vooral voor bijen 4)?
Voor Karate Zeon gelden dezelfde risicobeperkende maatregelen die ook gelden voor middelen op basis van neonicotinen: niet gebruiken op in bloei staande planten en niet gebruiken op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken.

10
Deelt u de mening dat in de huidige bijencrisis het voorzorgsbeginsel toegepast zou moeten worden? Zo ja, deelt u dan ook de mening dat pesticiden waarvan bekend is dat ze giftig zijn voor bijen niet meer toegepast zouden moeten worden in de land- en tuinbouw en wanneer gaat u het gebruik van deze bestrijdingsmiddelen aan banden leggen? Zo nee, waarom niet?
Zoals reeds meermalen door mij aangegeven, kan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen een mogelijke oorzaak zijn van bijensterfte. Er zijn echter vele mogelijke oorzaken. In de LVR van 13 juli jl. heb ik aangegeven het onderzoek naar de oorzaken van bijensterfte te intensiveren en tevens heb ik aangegeven dat de internationale uitwisseling van onderzoek belangrijk is.

11
Bent u bereid deze vragen voor het eerstvolgende algemeen overleg Landbouw &Visserijraad te beantwoorden?
In verband met de benodigde interdepartementale afstemming is dit helaas niet gelukt.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Kommentare

Uitstervende insecten: honingbijen, dagvlinders, libellen

Een vrij groot deel van de oorspronkelijk aanwezige soorten dagvlinders is verdwenen en van het resterende deel is ook een groot aantal in meer of mindere mate bedreigd. De honingbij komt in Nederland amper meer in het wild voor. Ook libellen en waterjuffers worden met uitsterven bedreigd. Deze insectensoorten behoren tot de best bestudeerde organismen en zijn bijzonder geschikte waardemeters van het milieu en de natuur. Dit is onder meer zo omdat ze vaak sneller reageren op veranderingen in de leefomgeving dan planten en langlevende gewervelde dieren.

Bronnen:
Nederlandse Rode Lijst van Vlinders
Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie
Blacquière, Tj. et al. Visie Bijenhouderij en Insectenbestuiving. Plant Research International (PRI),
Wageningen UR, Rapport 227

Geen paniek, we hebben nog bijen

In de regio Amsterdam overleefde vorig jaar 80 - 90% van de bijen de winter niet.
Bron: Nieuw Amsterdams Peil van 11 februari 2009

In 2008 'verdween' in het Groene Hart circa 70% van de bijenpopulatie.
Bron: Algemeen Dagblad van 17 februari 2008

In 2008 verloor een imker uit Maasland 10 miljoen bijen: 80% van zijn 450 bijenkasten stond leeg.
Bron: Algemeen Dagblad van 11 maart 2008

Imkers in Katwijk, Leiden en Noordwijkerhout missen de helft van hun bijen.
Bron: Witte Weekblad (Lisse e.o) van 12 augustus 2009

Bijna de helft van bijenvolken in Almere is dit jaar verloren gegaan.
Bron: Almere Vandaag van 8 juli 2009

Een imker in Soest verloor de afgelopen jaren 95% van zijn 35 bijenvolken.
Bron: De Gooi- en Eemlander van 31 juli 2009

Een imker uit Nieuwleusen verloor 80% van zijn 180 bijenvolken in de lente van 2007.
Bron: De Stentor - Vechtdal van 26 april 2007

Van de 100 bijenvolken die hij in 2008 weer had opgebouwd, hebben er weer 96 de lente van 2009 niet gehaald.
Bron: De Stentor - Vechtdal van 21 april 2009

Recent