Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bestrijdingsmiddelen in oppervlaktenwater
24 september 2009 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen over het gehalte imidacloprid in oppervlaktewater. Verschillende partijen werken aan het convenant om bepaalde stoffen, waaronder imidacloprid, terug te dringen.
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, de antwoorden op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater (nr. 2009Z14546).
1
Kent u de berichten "Gehalte Imidacloprid in oppervlaktewater soms 10.000x boven de norm" 1) en "Oorzaak bijensterfte is vervuild water" 2)? Ja.
2
Is het waar dat uit metingen van Rijkswaterstaat blijkt dat er een grootscheepse overschrijding van de normen plaatsvindt? Zo nee, uit welk onderzoek blijkt dat de normen niet op grote schaal worden overschreden? Zo ja, op welke schaal?
Uit metingen van de regionale waterbeheerders (waterschappen) in regionale wateren blijkt dat de geldende waterkwaliteitsnorm (MTR) voor imidacloprid de laatste jaren veelvuldig wordt overschreden. In de rijkswateren, in beheer van Rijkswaterstaat (RWS), voldoet imidacloprid wel aan de geldende waterkwaliteitsnorm. De meetgegevens van de waterbeheerders worden onder regie van RWS op het internet ontsloten door middel van de bestrijdingsmiddelenatlas (www.bestrijdingsmiddelenatlas.nl).
3
Kunt u uiteenzetten wat de situatie in 2008 was met betrekking tot het voorkomen in het oppervlaktewater van imidacloprid en andere bestrijdingsmiddelen? Welke normen zijn in dat jaar in welke mate overschreden?
Nee. De meetgegevens van de waterbeheerders over 2008 zullen pas in de tweede helft van 2009 beschikbaar zijn in gecontroleerde en getoetste vorm. Dit geldt voor zowel imidacloprid als alle andere gewasbeschermingsmiddelen waar door de waterbeheerders onderzoek naar wordt gedaan.
4
Deelt u de mening dat de normen er zijn om gehandhaafd te worden en bent u bereid de handhaving zodanig te verscherpen dat overschrijding van de normen op het gebied van Imidacloprid en soortgelijke middelen niet meer voorkomt? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
Ja. Echter bij overschrijding van de geldende waterkwaliteitsnorm is het nu alleen mogelijk handhavend op te treden indien er een causale relatie tussen de gemeten normoverschrijding en de hieraan gerelateerde agrarische toepassing kan worden aangetoond. In de praktijk is deze causale relatie moeilijk te leggen en kunnen meerdere bronnen en oorzaken de aanwezigheid van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater bepalen. Die bronnen kunnen ook buiten de gewasbescherming liggen. Er wordt geprobeerd op korte termijn de handhaving aan te scherpen, maar daarvoor moet eerst een uitvoeringsinstrument nader worden geoperationaliseerd. Hierdoor kunnen meetgegevens van waterbeheerders beter betrokken worden bij de toelatingsbeoordeling van gewasbeschermingsmiddelen. Indien kan worden aangetoond dat er een aannemelijk verband bestaat tussen de gemeten normoverschrijding en de toepassing van een gewasbeschermingsmiddel, dan zal eerst worden gekeken of de emissie niet op eenvoudige wijze kan worden teruggedrongen. Als dit terugdringen niet snel genoeg gebeurt, zal op termijn de toepassing verder worden beperkt of verboden door het College voor Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb). Het protocol hoe het Ctgb moet handelen bij gemeten normoverschrijding in waterlichamen wordt aan de hand van probleemstoffen thans ontwikkeld.
5
Bent u bereid een moratorium op Imidacloprid en soortgelijke middelen in te stellen op basis van de nu vastgestelde overschrijding van de normen? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Nee. Bij het onderzoek naar de ontwikkeling van het adequate instrumentarium om meetgegevens te betrekken bij de toelatingsbeoordeling wordt imidacloprid op dit moment meegenomen als probleemstof, zie antwoord op vraag 4. Ook via het project Schone Bronnen wordt met alle betrokken convenantspartijen op dit moment actief samengewerkt om normoverschrijdingen van probleemstoffen, waaronder imidacloprid, terug te dringen.
6
Kunt u aangeven hoe vaak proces-verbaal is opgemaakt in de afgelopen drie jaar tegen normoverschrijdingen bij het gebruik van Imidacloprid? Zo ja, kunt u een gedetailleerd overzicht geven van de regio's waar de overtredingen zijn vastgesteld? Zo nee, waarom niet?
Voor zover bekend is er in geen enkel geval proces-verbaal opgemaakt tegen een toepasser van imidacloprid vanwege een normoverschrijding.
Zie ook het antwoord op vraag 4 over het kunnen aantonen van een causale relatie tussen toepassing en normoverschrijding.
7
Bent u bereid een zero-tolerance-beleid te ontwikkelen op het gebied van misbruik van bestrijdingsmiddelen die schadelijk zijn voor de leefomgeving? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
Ja. Dit is staand beleid bij de controle op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De bevoegde toezichthouders richten zich bij hun controles reeds primair op het tegengaan van misbruik van gewasbeschermingsmiddelen en betrekken daarin de mate van schadelijkheid voor mens, dier en milieu.
8
Is het waar dat er een toetsing mogelijk is van geautoriseerde gewasbeschermingsmiddelen aan de KRW-doelstellingen 3), en is deze toetsing al toegepast op Imidacloprid? Zo ja, wat waren hiervan de resultaten? Zo nee, waarom niet en wanneer bent u voornemens een dergelijke toetsing uit te voeren?
Ja. Naar aanleiding van de bevindingen van de tussenevaluatie van de nota Duurzame gewasbescherming zijn door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) nieuwe waterkwaliteitsnormen afgeleid voor onder meer imidacloprid. Deze normafleiding is uitgevoerd conform de methodiek die in Europa wordt toegepast bij het vaststellen van de waterkwaliteitsnormen voor de prioritair (gevaarlijke) stoffen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze 'nieuwe' waterkwaliteitsnormen zullen als KRW-doelen wettelijk worden vastgelegd in het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water (Bkmw). Het Bkmw is op dit moment nog niet vastgesteld en ligt ter advies voor aan De Raad van State. Een eerste toetsing van de meetgegevens aan de 'nieuwe' waterkwaliteitsnormen voor imidacloprid laat een duidelijke teruggang zien van het aantal normoverschrijdingen ten opzichte van het beeld geschetst onder punt 2. Imidacloprid blijft echter ook bij de toetsing aan de 'nieuwe' normen een probleem voor oppervlaktewaterkwaliteit en de KRW-doelen. De fabrikant van imidacloprid is vanwege de normoverschrijdingen, in samenwerking met een aantal waterbeheerders, gestart met een project in de glastuinbouw om de problemen op te lossen.
9
Kunt u inzicht geven in het voorkomen van Imidacloprid en andere bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen, en in de mogelijke gezondheidsrisico's die hieraan verbonden zijn?
De Vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin) hanteert een lijst met gewasbeschermingsmiddelen die een potentieel probleem zijn voor de drinkwaterbereiding uit oppervlaktewater. Op de meest recente lijst uit 2007 staan
17 gewasbeschermingsmiddelen. Imidacloprid wordt door de Vewin niet als probleemstof aangemerkt. De metingen voldoen aan het drinkwatercriterium.
10
Wie betaalt de kosten van het zuiveren van het oppervlaktewater van Imidacloprid en andere bestrijdingsmiddelen en op welke wijze wordt hierin het principe 'de vervuiler betaalt' toegepast? Indien de vervuiler niet betaalt in deze, bent u bereid om dit te veranderen en ervoor te zorgen dat de bevolking niet langer opdraait voor deze vervuiling, bijvoorbeeld door middel van een heffing op bestrijdingsmiddelen?
De kosten voor het zuiveren van oppervlaktewater dat gebruikt wordt voor drinkwaterbereiding wordt door de drinkwaterbedrijven ten laste van de burger gebracht. Het principe "de vervuiler betaalt" wordt hier niet toegepast. Het ten laste brengen van de vervuiler is problematisch omdat meerdere bronnen en oorzaken aan te wijzen zijn voor het voorkomen van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater. Daarnaast wordt het oppervlaktewater waaruit drinkwater wordt bereid ook nog eens belast met gewasbeschermingsmiddelen afkomstig uit het buitenland, waardoor het moeilijk is te differentiëren tussen verschillende 'vervuilers'.
11
Deelt u de mening dat de bedreiging van de bijen- en de vlinderstand mede het gevolg lijkt te zijn van de vervuiling van het oppervlaktewater, en dat daarmee adequate handhaving van normoverschrijdend gedrag van gebruikers van bestrijdingsmiddelen de hoogste prioriteit zou moeten krijgen? Zo nee, waarom niet?
Nee. Ik deel de koppeling die gelegd wordt in uw mening niet. Over de precieze afname van het aantal bijenvolken en de vlinderstand ontbreken betrouwbare gegevens. Ik ga het onderzoek naar bijenziekten en de oorzaken ervan intensiveren. Zie mijn brief aan uw Kamer van 29 mei 2009 (TK 31700XIV, nr. 154).
Het uitvoeringsinstrument genoemd in vraag 4 zal adequate beoordeling van toepassingen die normoverschrijding kunnen veroorzaken op korte termijn mogelijk moeten maken. Deze activiteit heeft hoge prioriteit bij de gezamenlijke ministeries.
12
Deelt u de mening dat de bedreiging van de bijenstand een serieuze bedreiging van land- en tuinbouwbelangen en van de biodiversiteit met zich meebrengt? Zo nee, waarom niet?
Nee. Zie mijn beantwoording van uw vragen over bijensterfte van 15 juli jl. (nr. 2009Z13985).
13
Deelt u de mening dat de bedreiging van de bijen- en vlinderstand dusdanig ernstige gevolgen kan hebben dat het gerechtvaardigd en noodzakelijk is het voorzorgprincipe toe te passen; dat wil zeggen, deelt u de mening dat wetenschappelijke onzekerheid over de risico's geen reden is om te wachten met het verbieden van het gebruik van Imidacloprid omdat er substantiële aanwijzingen bestaan dat deze activiteit ernstige effecten kan hebben op het milieu? Zo nee, waarom niet?
Nee. Zie mijn beantwoording van uw vragen over bijensterfte van 15 juli jl. (nr. 2009Z13985).
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Artikel over dit onderwerp in het Vakblad voor de Bloemisterij van 25 september 2009:
http://www.vakbladvoordebloemisterij.nl/nieuws/3947/aanpakken-van-oversc...
Kommentare
Hoeveel bewijs is nodig voor risicobeperkende maatregelen?
De wettelijke kwaliteitsnorm voor oppervlaktewater, het maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR), is voor imidacloprid recent versoepeld naar 67 nanogram per liter (zie http://www.bijensterfte.nl/nl/node/99). De volgende normoverschrijdingen van imidacloprid werden de afgelopen jaren door de verschillende waterschappen gemeten in het oppervlaktewater van gebieden met massale bijensterfte:
Noordwijkerhout (19-12-2005): 4.923x boven de norm
Rijnsburg (9-8-2005): 1.846x boven de norm
Katwijk (11-4-2007): 552x boven de norm
Nieuwerkerk a/d Ijssel (22-7-2004): 538x boven de norm
Waddinxveen (15-3-2007): 806x boven de norm
De algemeen geaccepteerde acute (48 uur) letale dosis van imidacloprid voor honingbijen is 4 nanogram per bij. Stel een honingbij consumeert per dag 30 microliter van vervuild Katwijks oppervlaktewater (met een imidacloprid concentratie van 37.000 nanogram per liter = 37 nanogram per milliliter = 0.037 nanogram per microliter), dan is de dagelijkse opname van imidacloprid door de honingbij: 30 x 0.037 = 1.11 nanogram. De acute letale dosis is dan binnen 4 dagen bereikt. Bij consumptie van het oppervlaktewater uit Noordwijkerhout (met een imidacloprid concentratie van 330.000 nanogram per liter = 330 nanogram per milliliter = 0.33 nanogram per microliter) zou per dag 9.9 nanogram zijn opgenomen, dus veel meer dan de acute letale dosis. Bij chronische blootstelling zijn veel lagere imidacloprid concentraties (rond 1.000 nanogram per liter) na verloop van tijd ook dodelijk voor insecten.
Omdat de stof in niet-dodelijke hoeveelheden mee wordt genomen naar het nest (in de vorm van besmette nectar, stuifmeel, honingdauw en water) kan dit de hele kolonie verzwakken en vatbaar maken voor ziekten en plagen. In zomerse omstandigheden kunnen de waterhaalsters in een bijenvolk (circa 1 procent van de populatie) ongeveer een halve liter water per dag binnenhalen. Bij fourageren op met 1000 nanogram imidacloprid per liter vervuild oppervlaktewater kan de dagelijkse blootstelling van een bijenvolk in zomerse omstandigheden dus oplopen tot 500 nanogram imidacloprid.
Bijenvolken krijgen in de winter vaak suikerwater gevoed, waarbij minstens 5 liter drinkwater per volk per winter wordt geconsumeerd. Met drinkwater dat met 100 nanogram imidacloprid per liter aan de huidige drinkwater norm voldoet betekent dit een toegevoegde import van nog eens 500 nanogram imidacloprid per volk per winter.
Blootstelling aan 0,1 nanogram imidacloprid tast het navigatievermogen van een haalbij aan, waardoor een grote kans bestaat dat de bijenkast of voedselbron niet kan worden terug gevonden.
Hoeveel bewijs is nodig voor risicobeperkende maatregelen van de minister?
Verdere informatie over de giftigheid van imidacloprid voor insecten:
http://www.bijensterfte.nl/nl/node/102
Verdere informatie over de wettelijke MTR norm:
http://www.bijensterfte.nl/nl/node/99
Verdere informate over normoverschrijdingen van imidacloprid:
http://www.bijensterfte.nl/nl/node/74
Overzicht van de belasting van het oppervlaktewater met insecticiden in Nederland:
http://bijensterfte.nl/nl/node/168
Informatie over de drinkwaternorm voor bestrijdingsmiddelen:
http://www.bijensterfte.nl/nl/node/105