Het bewijs voor de bepalende rol van het neonicotinoide insecticide imidacloprid bij de sinds enkele jaren sterk verhoogde bijenvolksterfte wordt geleverd met een wiskundige vergelijking [Ln t50 (uren) = 5.11 – 0.22 Ln c (microgram L-1 of kg-1)] die het verband beschrijft tussen de blootstellingsconcentraties (c) en blootstellingstijd totdat een dodelijke werking (t50) optreedt. Als bekend is met hoeveel imidacloprid de nectar en het stuifmeel (dat was meegenomen naar de bijenkast) besmet waren, kan met deze vergelijking worden uitgerekend na hoeveel tijd bijensterfte zal optreden. Dat bleek (bij in de wetenschappelijke literatuur gedocumenteerde besmettingen van stuifmeel en nectar met imidacloprid) binnen 14 dagen te zijn. Aangezien winterbijen een levensverwachting van enkele maanden hebben, betekent deze letale werking van de besmettingen van stuifmeel en nectar met imidacloprid gegarandeerd het einde van een overwinterend bijenvolk.
Bron: Tennekes HA & Sànchez-Bayo F (2012) The molecular basis of simple relationships between exposure concentration and toxic effects with time. Environmental Toxicology and Chemistry (submitted)