Discussiebijdrage door: Jaap van Wenum
Akkerbouwer in Kootwijkerbroek en beleidsadviseur plantaardig bij LTO Nederland
Wanneer berichten in de pers verschijnen over 'landbouwgif' met als oplossing het verbieden van middelen dan roept dat bij mij altijd enig wantrouwen op. Negen van de tien keer hebben we dan te maken met activiteiten van bekende organisaties die zich grote zorgen maken over de gezondheid van zwangere vrouwen, ongeboren vruchten en jonge kinderen. Met als oorzaak die vermaledijde inzet van gewasbeschermingsmiddelen door boeren en tuinders.
Dergelijke berichten worden door de serieuze media echter niet of nauwelijks meer opgepikt. Dat komt mede doorat het Nederlandse voedsel tot het veiligste in de wereld behoort en onafhankelijke instituten als het Voedingscentrum dat ook telkenmale bevestigen.
Dit weekend echter kwamen de gifgeluiden uit een geheel andere hoek en waren het twee Utrechtse wetenschappers die op basis van één Franse studie concludeerden dat de wereldwijde mysterieuze bijensterfte wordt veroorzaakt door met neonicotinoiden behandeld zaaizaad. De studie zou nog niet tot de burelen van de Nederlandse toelatingsinstantie zijn doorgedrongen,omdat men bij het Ctgb het Frans niet machtig is. Een op zijn minst opmerkelijke veronderstelling!
De oplossing die de wetenschappers op basis van de studie trekken liegt er niet om: een algeheel verbod op de betreffende middelen zou nodig zijn om de bij te redden. Dat bijen belangrijk zijn de voedselproductie staat buiten kijf. Voor de bevruchting van onder meer. fruitgewassen zijn bijen onmisbaar. De zorgen over de mysterieuze bijensterfte deel ik dan ook met de Utrechtse wetenschappers.
Diverse onderzoeken (zowel nationaal als internationaal) zijn gaande om de oorzaken te achterhalen. Zo lijken de varroamijt en de Nosema parasiet een rol te spelen in de bijensterfte. Spaanse onderzoekers slaagden er zelfs in om kwijnende bijenvolken met antibiotica weer volledig te genezen van deze belagers. Wageningse onderzoekers wijzen daarnaast op de rol van een afnemend voedselaanbod voor bijen in het landelijk gebied.
Dat ook gewasbeschermingsmiddelen schadelijk voor bijen kunnen zijn is duidelijk. De gebruiksvoorschriften houden hier dan ook terdege rekening mee: zo mogen diverse middelen niet worden toegepast op of in de nabijheid van bloeiende gewassen en onkruiden. De Utrechtse wetenschappers stellen echter dat de oorzaak in de zaadcoating gezocht moet worden. Een zeer milieuvriendelijke methode waar met minimale inzet van gewasbeschermingsmiddelen diverse plagen kunnen worden bestreden.
Via de coating wordt het middel door de plant opgenomen en kan het uiteindelijk ook in stuifmeel en nectar worden gevonden en daardoor in aanraking met bijen komen. Bij hoge middelconcentraties in stuifmeel en nectar is desoriëntatie bij bijen niet uit te sluiten. In tegenstelling tot de Franse studie zijn er ook veel studies beschikbaar die aantonen dat van schadelijke concentraties geen sprake is.
Ondanks deze studies blijft Frankrijk bij het reeds in 1999 ingestelde besluit om uit voorzorg bij koolzaad en zonnebloemen de zaadcoating met neonicotinoiden te verbieden. Van een herstel van de bijenpopulatie in Frankrijk is mij echter nog niets ter ore gekomen. Ook de Utrechtse wetenschappers doen hier het zwijgen toe.
De Utrechtse wetenschappers verwijzen verder naar bijensterfte in Duitsland na de zaai van met clothianidine behandeld zaaizaad. De bijensterfte trad hier echter niet op via contact met besmet stuifmeel of nectar maar doordat een partij zaaizaad slecht gecoat was.
Het middel liet hierdoor gemakkelijk los en werd door de pneumatische zaaimachines bij het zaaien de lucht in geblazen waardoor bijen rechtstreeks aan het middel werden blootgesteld. Dit incident geeft het belang aan van een zorgvuldige coating. De zaaizaadindustrie heeft maatregelen genomen om herhaling te voorkomen. Ook de zaaimachines in Duitsland zijn aangepast waarbij de luchtstroom wordt omgeleid. Dit laatste gebeurt nu uit voorzorg ook in Nederland.
Kortom om op basis van één enkele studie alle neonicotinoide middelen in de ban te doen zonder garantie op bijensucces maar met de zekerheid dat veel insectenplagen vrij spel krijgen lijkt mij niet de juiste weg. Daar komt bij dat net als in Frankrijk ook in Nederland stoffen als imidacloprid en clothianidine geen zaaizaadtoepassing kennen in intensief door bijen bevlogen gewassen als koolzaad en zonnebloemen.
Clothianidine kent alleen een toelating in suiker- en voederbieten. De zaadcoating met imidacloprid is daarnaast toegestaan in mais, blad- en koolgewassen en in prei: gewassen die niet aantrekkelijk zijn voor bijen. Laten we daarom eerst helder en onomstotelijk de oorzaken van de mysterieuze bijensterfte in beeld krijgen en de resultaten van lopende onderzoeken afwachten.
Kortom kiezen voor een wetenschappelijke benadering en niet voor de populistische oplossing.
Bron: ziezo.biz (tip: daar staan ook reacties op het bericht)