Reactie op de kritiek van Stichting Agri Facts op bijensterfte.nl

Met dit bericht reageren we op de kritiek van Stichting Agri Facts (STAF) op de positie die onderzoekers van de Universiteit Utrecht innemen binnen het wetenschappelijk debat over de wereldwijde achteruitgang van hommels en bijen.
STAF research geeft in haar toetsing een positie in het wetenschappelijk debat verkeerd en karikaturaal weer en weerlegt vervolgens die verkeerde weergave. Dit is een zogenaamde stropopredenering. Noch de website bijensterfte.nl noch onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben ooit de door STAF research getoetste stelling ingenomen dat bijensoorten in Nederland zijn uitgestorven door neonicotinoïden, noch dat neonicotinoïden de enige oorzaak zouden zijn van de teruggang van bestuivende insecten.
In de bekritiseerde openingsalinea van de website bijensterfte.nl wordt met het verdwijnen van bijen zowel verwezen naar de afname van de populatieomvang van wilde bijen en hommels, als naar de discussie over de zogenaamde bijenverdwijnziekte onder honingbijen (waarbij de bijen van een honingbijenvolk verdwijnen).

Veel wilde bijen en hommels zijn bedreigd
Dat het slecht gaat met wilde bijen en hommels blijkt onder meer uit dezelfde Rode Lijst Nederlandse bijen waarop STAF haar fact-check baseert. Een vergelijking van de rode lijst van 2003 en 2018 laat zien dat er in 2018 meer soorten op de rode lijst staan. Het totaalbeeld is dat de Rode Lijst uit 2018 langer is dan die uit 2003: er staan 23 soorten meer op. Enkele soorten zijn verdwenen uit Nederland in die periode, zoals de Waddenmetselbij en de roodstaartklaverzandbij. Verder staan 37 soorten in 2018 voor het eerst op de Rode Lijst terwijl 26 soorten naar een zwaardere Rode-Lijstcategorie zijn gegaan. Er zijn ook lichtpuntjes, zo is het aantal soorten in de categorie verdwenen gedaald van 48 naar 46, dankzij de terugkeer van enkele soorten en 14 soorten staan in 2018 niet meer op de Rode Lijst terwijl 21 soorten naar een lichtere Rode-Lijstcategorie zijn gegaan.

De Europese rode lijst laat een vergelijkbaar zorgwekkend beeld zien. De best bestudeerde groep zijn de hommels. Van de 68 hommelsoorten die in Europa voorkomen vertoont 45,6% een afnemende populatietrend (box 1 op p.15).

Oorzaken
De oorzaken van deze achteruitgang zijn onder meer afname van het leefgebied van soorten, afname van wilde bloemen in het landschap, grootschalig gebruik van bestrijdingsmiddelen in de landbouw (onder meer neonicotinoïden) en gebrek aan nestgelegenheid voor wilde bijen. Een goed overzicht van bekende oorzaken is te vinden in de overzichtsstudie Pollinators and Global Food Security.

Neonicotinoïden
Neonicotinoïden worden terecht in verband gebracht met bijensterfte omdat aangetoond is dat bij het normale gebruik zoals dat (voor het EU verbod uit 2018) in Europa was toegelaten er grote nevenschade optreedt bij bijen en hommels. Deze stellingname wordt onder meer onderschreven door 233 wetenschappers in een recente brief Call to restrict neonics in het wetenschappelijk tijdschrift Science en blijkt uit overzichtstudies zoals de World Wide Intergrated Assessment of Systemic Pesticides en de review studie van Van der Sluijs et al. uit 2013. Ook de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) stelde vast dat het gebruik van neonicotinoïden in de landbouw onaanvaardbare nevenschade geeft aan bijen en hommels, zie hun persbericht Neonicotinoids: risks to bees confirmed. Op basis daarvan zijn drie neonicotinoïden in de EU nu verboden.

Recent