Le Monde over Apimondia 2009 in Montpellier: Bijensterfte heeft vele oorzaken

Vertaald uit het Frans door Henk Tennekes (oorspronkelijke Franse tekst)

Voor de eerste keer komt in de wereld van wetenschap en bijenteelt overeenstemming bovendrijven over de doodsoorzaken die voor bijenvolken in de meeste werelddelen van invloed zijn. Deze wending is waarneembaar op het congres Apimondia in Montpellier, waar van dinsdag 15 tot zondag 20 september 500 bijenspecialisten en 10.000 deelnemers bijeenkwamen. De wetenschappers spreken nu van een „multi-factorieel“ verschijnsel. De verschillende factoren zouden om de beurt verantwoordelijk kunnen zijn voor de sterfte – die niet in alle landen noodzakelijkerwijs dezelfde oorzaken heeft. Maar vooral moet de mogelijkheid van onderlinge wisselwerkingen zeer serieus worden genomen. Volgens deze theorie wordt de honingbij door een reeks stress (varroa mijt, gebrek aan water door klimatologische verandering, chronische blootstelling aan pesticiden, onvolwaardige voeding) „primair“ getroffen. Virussen en schimmels zouden “secundaire” factoren zijn, die van de zwakte van de honingbijen profiteren. Een andere potentiële bron van problemen is het bestaan van een wereldwijde markt van bijenkoninginnen, die de meest productieve soorten bevoorrecht ten koste van soorten die aan de plaatselijke omstandigheden zijn aangepast, waardoor ook de genetische verscheidenheid minder wordt. Deze uitwisseling bevordert bovendien de verspreiding van ziektes en parasieten.

Na veel jaren van vruchteloos onderzoek naar een patentmoordenaar van de honingbij - virus, parasiet of pesticide - wordt de theorie van veelvoudige factoren, die afzonderlijk handelen maar hun krachten ook bundelen, steeds meer gedeeld. Aan deze lijn van onderzoek wordt nu de voorkeur gegeven. „Wij hebben nog altijd geen duidelijke verklaring voor het verschijnsel, maar wij zijn er zeker van dat er meer dan één oorzaak is" verzekert de bioloog Peter Neumann, verantwoordelijk voor een internationaal programma ter preventie van de bijenvolkverliezen dat de naam Coloss heeft gekregen.

„Je kunt het vergelijken met griep bij een mens, die ernstige gevolgen kan hebben als de lichaam al verzwakt is, legt Jeff Pettis, onderzoeksdirecteur bij het Amerikaanse ministerie van landbouw, uit. Ik geloof dat de honingbij wordt onderworpen aan een hele reeks stress, waardoor virussen en andere pathogenen op haar een dodelijke werking hebben omdat zij al is verzwakt. "

In het veld gaat de bijensterfte door. De cijfers die op het congres Apimondia werden gepresenteerd, bevestigen de omvang van de sterfte. In de Verenigde Staten hebben de verliezen aan het einde van de laatste winter het niveau van 30% bereikt. Canada heeft eveneens bijna een derde van zijn bijenvolken verloren. In Europa variëren de cijfers tussen 10% en 30%.

In Frankrijk, waar het onderzoek wordt uitgevoerd door het Centre national de développement apicole (CNDA), liggen de cijfers tussen 20% en 25%. In het Midden-Oosten nam de sterfte in 2008 ongeveer 20% van de bijenvolken in Jordanië en in Libanon in beslag, en varieerde van 22% tot 80% in de bestudeerde gebieden in Syrië en in Irak. Sterfte heeft eveneens in Japan, Argentinië en Brazilië plaatsgevonden, maar werd niet gekwantificeerd.

Diverse theorieën hebben in de laatste jaren tegenover elkaar gestaan om dit uit te leggen. De Europese bijenhouders, voorop de Fransen, legden de schuld neer bij pesticiden, die verantwoordelijk werden gehouden voor acute vergiftigingen, maar er ook van verdacht werden chronische vergiftigingen te veroorzaken.

Veel wetenschappers hebben Varroa destructor als schuldige aangewezen, een parasiet die overal op de aardbol voorkomt, en die niet altijd juist door de bijenhouders wordt bestreden. Een Spaanse onderzoeker, Mariano Higes, ziet eerder in de microscopische schimmel Nosema ceranae de oorzaak van al het kwaad.

Tenslotte hebben Amerikaanse wetenschappers onlangs de mogelijkheid geopperd van een virus (Israeli acute paralysis virus) dat werd aangetroffen in volken die door de ‘verdwijnziekte’ werden getroffen. Maar geen enkele theorie heeft gezegevierd.

De wetenschappers spreken nu van een „multi-factorieel“ verschijnsel. De verschillende verdachten zouden om de beurt verantwoordelijk kunnen zijn voor de sterfte – die niet in alle landen noodzakelijkerwijs dezelfde oorzaken heeft. Maar vooral moet de mogelijkheid van onderlinge wisselwerkingen zeer serieus worden genomen. Volgens deze theorie wordt de honingbij door een reeks stress „primair“ getroffen. De virussen en schimmels zouden “secundaire” factoren zijn, die van de zwakte van de honingbijen profiteren.

De lijst van „stress“ die het insekt ondergaat is lang. Er is natuurlijk de aanwezigheid van Varroa, die wel „de vampier van de honingbij" wordt genoemd. De klimatologische verandering vermindert de beschikbaarheid van water. De gevolgen van chronische blootstelling aan overal in het milieu aanwezige lage doseringen van pesticiden en de wisselwerkingen tussen veelvuldig gebruikte moleculen worden niet goed onderzocht. Tenslotte zou de verarming van de voeding van de honingbijen door intensieve monoculturen eveneens een rol spelen. „Men weet dat de honingbij door stuifmeel met een geringe voedingswaarde minder goed wordt gewapend om pesticiden onschadelijk te maken" legt Axel Decourtye uit, bijenspecialist van de l'Association de coordination technique agricole (ACTA).

Wereldwijde markt van bijenkoninginnen

Een andere potentiële bron van problemen is het bestaan van een wereldwijde markt van bijenkoninginnen, die de meest productieve soorten bevoorrecht ten koste van soorten die aan de plaatselijke omstandigheden zijn aangepast, waardoor ook de genetische verscheidenheid minder wordt. In Syrië hebben bijenhouders gemerkt dat bijenvolken met ingevoerde koninginnen hogere sterftecijfers hadden dan die met locale koninginnen soorten. Deze uitwisseling bevordert bovendien de verspreiding van ziektes en parasieten.

De wetenschappers hebben nog helemaal geen duidelijk beeld. „De bijenkolonie is een ingewikkeld systeem - en kan tot 40.000 honingbijen omvatten - dat door vele factoren, die variëren in tijd en ruimte, beïnvloed kan worden, verklaart de heer Decourtye. Wij hebben te maken met verschillende effecten in de loop van de tijd die zeer moeilijk te begrijpen zijn. "

De afwezigheid van gestandaardiseerde gegevens is een belangrijke handicap. „Vandaag de dag rapporteert elk land volgens zijn eigen criteria, en sommige rapporteren niets, stelt Peter Neumann vast. Wij moeten absoluut een helder beeld krijgen van de symptomen die door de dode of verzwakte kolonies worden vertoond. "

Volgens de onderzoeker wordt het vraagstuk van de achteruitgang van bestuivers door regeringen ernstig onderschat. De sterfte van de honingbijen treft niet alleen maar bijenhouders, die gedwongen worden bijenvolken weer op te bouwen, zwermen te verdelen door nieuwe koninginnen te kopen, of de sleutel onder de deurmat te leggen.

Zelfs al zou het citaat van Einstein, die het uitsterven van de mens vier jaar na die van de honingbij voorspelde, ongeloofwaardig zijn, zouden de gevolgen van een verdwijning van bestuivende insekten zeer ernstig zijn, zo de onderzoekers. Een derde van de Europese voeding, in het bijzonder vruchten en groenten, moet bestoven worden door gehouden of wilde honingbijen. „Wij zullen minder voedsel hebben in een wereld met bevolkingsaanwas, voorziet Neumann. Dan heb ik het nog niet eens over de verdwijning van de wilde honingbijen. Essentieel voor de bescherming van biodiversiteit verdwijnen zij eveneens in een verontrustend tempo."

Gaëlle Dupont
Le Monde, 19 September 2009

Lees ook het artikel in het Agrarisch Dagblad van 20 september 2009:
http://www.agd.nl/1084748/Nieuws/Artikel/Bestrijdingsmiddelen-belangrijk...

Recent